Stélvio / Stilfserjoch oostkant

De Passo dello Stelvio (Duits: Stilfserjoch) is een bergpas in de Italiaanse Alpen. De bergpas is vooral bekend vanwege wielrenetappes in de Ronde van Italië.
De Stelvio is één van de hoogste verharde bergpassen in de Alpen; onder andere de Col de l'Iséran (F), de Col d'Angel (Agnelpas) (F/I) en de Col de la Bonette (F) zijn hoger.

De Stelvio is één van de zwaarste beklimmingen in de wielersport vanwege de lengte en het hoogteverschil van de klim.
De klim vanuit Prato Allo Stelvio kent 48 haarspeldbochten die vanaf de boomgrens (en de top) goed zichtbaar zijn.

Ligging

De Stelviopas ligt op de grens van de Italiaanstalige provincie Sondrio en het Duitstalige Zuid-Tirol.
Ten oosten van de pas liggen de Ortler Alpen met als hoogste punt de Ortler en nog dichterbij de Monte Livrio op wiens gletsjers gedurende het zomerseizoen geskied wordt.
In het noorden ligt de Dreisprachenspitze, het ontmoetingspunt van drie talen; Italiaans, Duits en Reto-Romaans.
Tenslotte ligt in het zuiden de Monte Scorluzzo die als een van de gemakkelijkst te beklimmen drieduizenders geldt.
De pas ligt in het hart van het Nationaal Park Stelvio, één van de oudste (1936) en grootste nationale parken van Europa. Nog geen drie kilometer van de pashoogte, in de afdaling naar Bormio, ligt de zijweg naar de Umbrailpas, de hoogste berijdbare pas van Zwitserland die vanaf daar nog slechts tweehonderd meter verwijderd is.

Geschiedenis

Begin 18de eeuw wilde Ferdinand I van Oostenrijk een weg aanleggen die het Val Venosta direct verbond met Milaan dat toen onder Oostenrijks bewind stond.
De weg moest lopen over het bergzadel ten noordwesten van de Ortler.
Ingenieur Carlo Donegani uit Sondrio, die al eerder de Splügenpas aanlegde, kreeg de taak de weg vorm te geven.
In 1822 werd met de bouw begonnen. Amper drie jaar later was de weg voltooid.
Tot 1915 werd de Stelviopas het gehele jaar bereden door koetsen. Gedurende winter werd de weg door sneeuwscheppers berijdbaar gehouden.
Tegenwoordig is de pas echter voor verkeer gesloten van eind oktober tot begin mei.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog vonden er zware gevechten plaats op de pas tussen het Italiaanse en Oostenrijkse leger.
Vanaf 1918 waren beide zijden van de pashoogte Italiaans.
De Stelviopas was niet langer meer de belangrijke verbinding Milaan-Wenen en werd hierdoor net als de andere hoge passen 's winters afgesloten.
Na de Tweede Wereldoorlog vestigde Giuseppe Pirovano van de Club Alpino Italiano hier een skischool en was het mogelijk hier 's zomers op de uitgestrekte gletsjers te skiën.
Tegenwoordig staan er op de pashoogte verschillende grote hotels en gaan er diverse skiliften verder het gebergte in. De geldautomaat van de Banco Popolare di Sondrio heeft de eer de hoogste van Europa te zijn
Bron Wikipedia

Back